Een dun laagje goud...
Plaqué or, doublé, verguld, vermeil, goldplated,… en nu is er ook nog goldfilled…
Allemaal termen om juwelen te benoemen die géén goud zijn, maar een laagje goud hebben op een ander metaal, meestal koper, soms ook zilver.
Om door het bos de bomen niet meer te zien…
Maar eigenlijk is het simpel : de eerste 5 termen betekenen allemaal hetzelfde, namelijk dat het laagje goud door middel van elektrolyse op het andere metaal wordt aangebracht.
Het komt erop neer dat goud wordt opgelost in een chemisch product, waardoor je een ‘goudbad’ krijgt. In dat goudbad zit een anode ; de gepolijste en ontvette juwelen worden aan een kathode bevestigd en in het bad gedompeld. Dan wordt het bad onder stroom gezet en zo hecht het ‘goud’ zich aan het andere metaal.
Bij vergulden gaat het om een héél dun laagje, van nauwelijks één micron.
Plaqué or, doublé en goldplated juwelen hebben een iets dikker laagje, zo tussen de 3 en de 5 micron. Dit gebeurt gewoonlijk op messing, een mix van koper en zink. Vermeil is datzelfde dikkere laagje, maar dan op zilver.
Stel u vooral niet teveel voor bij dat ‘dikkere’ laagje. Eén micron is namelijk slechts één duizendste van een millimeter…
Vroeger werd ook vaak de techniek van het ‘vuurvergulden’ toegepast. Fijn goudpoeder werd opgelost in kwik, en daarin werd dan het te vergulden object gedompeld. Daarna werd het object sterk verhit, waardoor het kwik verdampte en het goud neersloeg op het metaal. Deze techniek was echter heel gevaarlijk, omdat kwikdamp een zwaar vergif is. Daarom werd dit rond 1830 overal verboden.
Goldfilled, of American doublé, komt - juist ja - uit Amerika overgewaaid.
Wie wel eens juwelen koopt op Amazon of Ebay, zal de term misschien al zijn tegengekomen.
Bij goldfilled juwelen wordt het goud mechanisch door hitte en druk aan het basismetaal verbonden. Volgens de Amerikaanse standaard moet de dikte tenminste 1/20e van het totale gewicht uitmaken. Dat wil zeggen dat er 1 deel goud zit aan de buitenkant van 19 delen ander metaal. In dit geval hebt u dus een juweel met 5% goud en 95% ander metaal. Het goud is dan gewoonlijk 14kt, dat is de meest gangbare legering in Amerika.
Wanneer er met 10kt wordt gewerkt – een andere gangbare legering in Amerika – moet de dikte van de goudlaag tenminste 1/10e van het totale gewicht uitmaken. In dit geval hebt u dus een juweel met 10% goud 10kt en 90% ander metaal.
Goldfilled juwelen zouden een levensduur hebben van 10 tot 30 jaar…
Hoe weet u nu met welk materiaal u te maken hebt ?
Wel, het Amerikaanse gold filled hoort een keurstempel te dragen, bijvoorbeeld ‘1/20 14kt’ of ‘1/10 10kt’.
Op vermeil hoort de stempel van zilver te staan : 925.
Op goldplated juwelen vind u soms merkstempels en stempels als ‘GP 18K’, wat dan betekent dat het laagje 18kt is, maar dat zegt niks over de dikte van het laagje. Koopt u goldplated juwelen bij de juwelier, dan mag u ervan uit gaan dat het laagje minstens 3 micron is.
Als u een juweeltje opnieuw laat vergulden, dan is dat gewoonlijk met het dunnere laagje van 1 micron.
Hou er wel rekening mee dat u dergelijke juwelen niet als ‘oud goud’ kunt verkopen !